Dit gaat er gebeuren op de Boschplaat
Meer dynamiek om de Boschplaat te behouden en de biodiversiteit te herstellen
Meer dynamiek om de Boschplaat te behouden en de biodiversiteit te herstellen
Situatie vroeger
De Boschplaat is ontstaan door de wind, het zand en de zee. In de zeventiende eeuw was het nog een kale zandplaat. Die groeide uiteindelijk vast aan Terschelling. Door de eeuwen heen zorgde stuivend zand voor de groei van de verschillende ‘duintjes’.
Dat veranderde in de jaren ’80. Door het gebrek aan dynamiek in het gebied kregen grassen en riet steeds meer de overhand. Dat ging ten koste van kwetsbare kweldersoorten als kattendoorn, lamsoor, zeeaster en parnassia. Het aantal plant- en diersoorten nam af steeds verder af en het landschap werd eentoniger.
Met de aanleg van de Stuifdijk kwam het spel van wind, water en zand grotendeels tot stilstand. De zandaanvoer vanaf het strand werd geblokkeerd. Slib kon het gebied nog wél bereiken. Daardoor konden de kwelders zich ongestoord ontwikkelen en nam het aantal planten en vogels spectaculair toe.
Situatie huidig
Doordat de Boschplaat niet meer wordt voorzien van zand uit de Noordzee hoogt het gebied bijna niet meer op. Dat maakt het kwetsbaar voor zeespiegelstijging en andere gevolgen van klimaatverandering. Als we niks doen, zullen de kwelders steeds vaker onder water komen te staan. Plantensoorten zullen verdwijnen, nesten van broedvogels zullen vaker wegspoelen.
Het weidse oerlandschap is niet alleen prachtig om te zien, maar ook heel belangrijk voor vogels. Elk jaar broeden hier duizenden vogels. Nog eens honderdduizenden trekvogels komen naar de Boschplaat om aan te sterken na hun lange reizen.
‘’De Boschplaat heeft weer dynamiek nodig. Verandering. Beweging. ’’
Situatie toekomst
De komende jaren gaan we aan de slag op de Boschplaat. Met een reeks maatregelen brengen we de dynamiek terug en bieden we de biodiversiteit een steuntje in de rug. Alleen zo kunnen we het gebied behouden en de biodiversiteit herstellen.
‘’De Boschplaat heeft weer dynamiek nodig. Verandering. Beweging. ’’
We zorgen ervoor dat zand vanaf het strand de kwelders weer kan bereiken. Dit doen we door een aantal doorgangen te maken in de Stuifdijk. Daardoor kan strandzand over de Boschplaat stuiven. En als het stormt, kan de zee over de Boschplaat stromen en zand en slib afzetten. Zo komt het natuurlijke ophogingsproces weer op gang.
We hoeven deze ingrepen maar één keer te doen. Daarna moet de natuur ons werk overnemen en langzamerhand een gevarieerd landschap met strandvlaktes, bloeiende kwelders en duinen creëren.
Op plekken op de Boschplaat waar minder natuurlijke dynamiek voorkomt, laten we de verruigde kwelders begrazen door eilander vee. De dieren eten de grassen die nu zo overvloedig aanwezig zijn. Zo maken ze ruimte voor bloeiende planten.
Tot slot komen we in actie op de oostpunt van het gebied, bij het Amelandergat. Deze ‘staart van het eiland’ is de afgelopen decennia steeds korter geworden. We onderzoeken of we deze ontwikkeling kunnen stoppen door voor de kust zand op te spuiten.
De verschillende duintjes laten we ongemoeid. Hier kunnen grassen en riet blijven groeien. Dit zijn de plekken waar bijvoorbeeld lepelaars broeden.
Wat als we niks doen
De Boschplaat in zijn huidige vorm is ontstaan door toedoen van de mens. Toen de dynamiek in het gebied tot stilstand kwam stopte ook de ophoging van het gebied. De zeespiegelstijging gaat echter sneller dan de ophoging. De Boschplaat zou dus kunnen ‘verdrinken’ en broedgebieden zouden overstromen.
Door het gebrek aan dynamiek kan de plantenwereld op de Boschplaat zich ongestoord ontwikkelen. Kruidenals zeeaster, lamsoor en kattendoor verdwijnen langzaam. Hiervoor in de plaats komen grassen en riet. De vegetatie zou steeds hoger en ruiger worden, waardoor kweldervogels als tureluur, veldleeuwerik en wulp het steeds moeilijker zouden krijgen.
Ook andere broedvogels, zoals scholeksters, kluten en sterns zouden het moeilijk krijgen. Deze vogels broeden aan de rand van de kwelders, op de lage delen. Doordat de zeespiegel stijgt, zouden deze broedplaatsen in de toekomst steeds vaker overstromen. Nesten zouden wegspoelen, het aantal vogels zou steeds verder afnemen.
De tijdlijn